Wandelvakantie
Op vakantie met de benenwagen
Het moment is dan eindelijk daar: je hebt gekozen voor een wandelvakantie. Maar wat houdt dit precies in en wat moet je allemaal voorbereiden? Deze en meerdere vragen zullen we hier proberen te beantwoorden.
Welke wandelvakantie past bij jou?
Er zijn twee belangrijke vragen die voorafgaan aan jouw vakantie, namelijk: waar wil je slapen en met wie wil je wandelen?
Zo zijn er grofweg twee verschillende manieren waarop je je wandelvakantie in kunt richten. Door middel van een standplaats wandelvakantie waarbij je in één accommodatie slaapt en van daaruit dagwandelingen maakt, of met wandeltrektochten. Bij een trektocht volg je een vaste looproute en wandel je elke dag naar nieuwe overnachtingsplaatsen. Uiteraard is een middenweg van beide suggesties ook een optie.
Je kunt zo’n avontuur individueel, dat betekent samen met je partner, wandelmaatje of eigen wandelgroepje aangaan, of deelnemen aan een groepsreis. Bij groepsreizen doorloop je samen met een reisleider en andere (onbekende) wandelgenoten hetzelfde wandelprogramma.
Trainen voor de wandelvakantie
En dan in de benen! Voor een geslaagde wandelvakantie is het belangrijk om vooraf goed te trainen. Zo zijn je spieren voorbereid op de activiteiten gedurende de reis. Wanneer je start met trainen, neem dan de volgende algemene tips in acht: bouw rustig op, neem rustdagen, doe niet te veel kilometers in één keer, wissel van tempo tijdens de wandeltraining, neem elke tien minuten een slokje drinken en eet elk uur iets (bijvoorbeeld een koekje, boterham of banaan).
Naast dat er online vele trainingsschema's te vinden zijn, bieden we hier alvast een begin: Bouw je conditie op door te beginnen met tochten van 5 tot 10 km en breidt dit langzaam uit tot je 1 of 2 keer per week 15 tot 20 km wandelt. Als je dan elke week de afstand met 10% verlengt, zul je merken dat je conditie steeds beter wordt.
Wat het belangrijkste is tijdens het trainen, maar ook tijdens de wandelvakantie, is dat je luistert naar je lichaam! Dit betekent dat je niet te hard van stapel moet lopen, tempo terug moet nemen als je beginnende pijn voelt en een goede warming-up en cooling down doet om blessures te voorkomen.
